Waarom een trainer niet extravert hoeft te zijn

Ik ontmoet regelmatig introverte en bescheiden mensen die zichzelf afvragen of ze wel trainingen kunnen geven. Ze willen het wel, maar kijken op tegen de extraverte en charismatische trainers die zonder enige moeite en vol enthousiasme een uur vol kunnen praten voor een groep mensen.

Dit beeld van een trainer komt voort uit de vorige-eeuwse opvattingen over lesgeven. Een goede trainer is in mijn visie juist iemand die op het juiste moment z’n mond kan houden en de deelnemers aan het werk zet. Ik ben ook niet uitgesproken extravert; mijn karakter zit net als bij de meeste mensen ergens in het midden tussen extravert en introvert.

Een extraverte persoonlijkheid maakt trainen soms wel makkelijker. Je hebt dan waarschijnlijk minder last van zenuwen voor een groep en je kunt wat sneller en assertiever reageren op dingen die in de groep gebeuren. En een bepaalde dominantie is ook handig, want je bent nu eenmaal iemand die leidinggeeft aan een groep.
Maar met een extraverte persoonlijkheid heb je ook een groot nadeel. Je kunt zo makkelijk praten dat je een veel te groot deel van de tijd vult met jouw monologen. Ook kan jouw ‘hardop denken’ verwarrend zijn voor de deelnemers: ze krijgen te veel irrelevante informatie waardoor hun werkgeheugen overbelast raakt. Extraverte en dominante trainers hebben gemiddeld meer moeite om zichzelf overbodig te maken en hun deelnemers aan het werk te zetten.

Ik heb introverte trainers in mijn trainersopleiding gehad die uitstekende trainingen lieten zien doordat ze die goed ontworpen hadden en hun deelnemers lieten schitteren.

Extraversie en dominantie kunnen je dus helpen, maar hebben ook nadelen. Ze zijn zeker geen kernkwaliteiten van een goede trainer. Trainen is een vak – en dat vak is te leren.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *