Zo maak je oefeningen in een training korter

Rollenspellen in trainingen

Er was eens een trainer die een rollenspel wilde doen…

Disclaimer: Alle overeenkomsten tussen dit artikel en situaties in de werkelijkheid berusten niet op louter toeval.

Er was eens een trainer die een rollenspel wilde doen. Na een jarenlange carrière als spreker over ‘gespreksvaardigheden’ besloot de trainer dat het leuk zou zijn om een oefening toe te voegen aan zijn aanbod. Hij vond dat alle wijsheid die hij in urenlange monologen over zijn publiek had uitgestort ook wel eens toegepast mocht worden. Recent wetenschappelijk onderzoek overtuigde hem ervan dat deze aanpassing het leerrendement van zijn bijeenkomsten zou verhogen.

Meteen na deze keuze stond onze trainer al voor een lastig probleem. Zijn lezing zat zo goed in elkaar, dat er eigenlijk geen tijd was om te oefenen. Aangezien zijn volledige wijsheid in de hoofden van de deelnemers geïmplanteerd moest worden, was het echt onmogelijk om iets weg te laten. Maar na een tijdje oefenen wist hij zijn teksten zo snel uit te spreken dat hij een kwartier eerder klaar was. Daarnaast besloot hij het vragenkwartiertje te schrappen. Op die manier bespaarde hij een half uur dat gebruikt kon worden voor een rollenspel.

De première vond plaats op donderdag 18 oktober 2018. De monoloog liep toch nog vijf minuten uit, maar om 16.35 uur was de trainer helemaal klaar voor: Het Rollenspel! Een zichtbare schok golfde door het publiek. Een ingedutte man duwde zichzelf overeind en een vrouw die haar tas al aan het inpakken was bevroor met haar hand nog in haar tas. De spanning was voelbaar. Vroeg de trainer nu echt een vrijwilliger om te oefenen? Het bleef doodstil. “Anders moet ik een vrijwilliger aanwijzen hoor!” zei de trainer met een zenuwachtig lachje.

Gelukkig zat er op de voorste rij een sukkel die de fout maakte de trainer aan te kijken en die onvoldoende assertief was om te weigeren. De collectief ingehouden adem van het publiek ontsnapte weer en de bevroren hand kwam weer uit de tas. Ergens op de achterste rij werd een zak popcorn doorgegeven die moest bijdragen aan het genot van deze finale voorstelling. De deelnemer sjokte trillend het podium op en nam plaats op een stoel. De trainer dimde de lichten in de zaal en nam plaats tegenover de deelnemer.

“Ik ben een cliënt, en jij gaat met mij een gesprek voeren. Je mag alles toepassen wat je vandaag geleerd hebt. Dus begin maar.” Hakkelend deed de man een poging om een gesprek te beginnen met deze cliënt die overigens van een soort was waar hij in de praktijk niet mee werkte. De trainer genoot zichtbaar van zijn rol. Hij leefde zich helemaal in en gaf het begrip ‘lastig gedrag’ een nieuwe en diepere dimensie. Enkele deelnemers in de zaal voelden plaatsvervangende spanning en verdrongen dit met een extra handje popcorn. Andere deelnemers wonden zich zichtbaar op en gaven fluisterend commentaar op de fouten van de deelnemer op de stoel.

Na vijftien loodzware minuten onderbrak de trainer het rollenspel. “Volgens mij duurde dit wel weer lang genoeg. Laten we naar de feedback gaan.” In de zaal gingen meteen wat handen omhoog. Een rijke schat aan kritiek daalde neer op de ineengedoken persoon op het podium. Alle aspecten van verbale, non-verbale en para-verbale communicatie passeerden de revue.  “Je moet het niet als kritiek zien hoor, je kunt er van leren!” Enkele empathische deelnemers voegden hieraan toe: “Wel goed dat je het tenminste probeerde!”

Met een blik op de klok zei de trainer dat het nu toch echt tijd was om te stoppen. Hij bedankte de deelnemers hartelijk voor hun komst en vroeg hen nog even het evaluatieformulier in te vullen dat onder hun stoel lag. Mijmerend staarde hij het vertrekkende publiek na en dacht:  “Ik vond het echt leuk om zo’n rollenspel te spelen. Volgens mij deed ik het best goed. Gaaf ook om te zien hoeveel tips dat weer oplevert. Dat ga ik vaker doen!”

Hoe ziet een goed rollenspel eruit?

Gelukkig heb ik deze groteske voorstelling nooit in het echt gezien, maar alle afzonderlijke onderdelen komen uit de realiteit. Ik heb ze zelf gezien of er over gehoord van deelnemers die het mij vertelden. En om eerlijk te zijn: aan sommige fouten heb ik mij vroeger ook wel eens schuldig gemaakt. Zonder volledig te willen zijn, geef ik je hierbij een een aantal praktische tips die je meteen kunt toepassen. Als je meer wilt weten over het begeleiden van rollenspellen, raad ik je aan om het boek van Karin de Galan te lezen: Zo werken rollenspellen echt. Als je dit ook wilt oefenen, raad ik je aan om de training Rollenspellen ontwerpen en begeleiden te volgen.

  1. Oefeningen bouw je op. Vrijwel niemand is in staat om meer dan twee nieuwe communicatievaardigheden in één keer toe te passen. Voor de meeste trainingen betekent dit dus dat je deelvaardigheden afzonderlijk laat oefenen voordat je ze integreert in een eindoefening. Een eindoefening zonder deeloefeningen is dus zinloos en wordt waarschijnlijk een faalervaring voor de deelnemers.
  2. Gebruik concrete gedragsaanwijzingen. Karin de Galan noemt dit een ‘checklist’. Zo’n checklist bevat heel concreet gedrag dat geoefend gaat worden. Daarop zal dan ook de nadruk liggen bij de feedback die gegeven wordt. Ook de deelnemers krijgen de opdracht om de checklist als uitgangspunt te nemen en niet alles wat ze zien te noemen.
  3. De deelnemer heeft regie. Uiteraard kan de trainer een goed rollenspel ontwerpen. Maar de deelnemer moet, met het oog op de veiligheid maar ook op het nut, altijd enige regie krijgen. Bijvoorbeeld door zelf een oefensituatie te kiezen of door zelf specifieke oefenpunten binnen de checklist aan te wijzen. Ook heeft een deelnemer altijd de mogelijkheid om op de ‘stopknop’ te drukken en uit het rollenspel te stappen.
  4. Iedereen oefent. Natuurlijk kun je iets leren van het kijken naar anderen. Kijken naar een demonstratie is een leerzaam tussenstapje op weg naar het zelf toepassen. Maar observeren kan nooit het zelf oefenen vervangen. Oefeningen zijn dus alleen nuttig als iedereen ze kan uitvoeren. Dat heeft dus consequenties voor de organisatie van je training en het aantal deelnemers/trainers dat je inzet voor een groep!
  5. Denk ook aan andere vormen. Zo’n plenair rollenspel is zeker niet waardeloos, maar er zijn nog zoveel andere vormen te bedenken. Bijvoorbeeld in tweetallen, of subgroepen, of met meerdere oefenaars tegelijk, of een plenair hoefijzer. Meestal zijn deze vormen veel veiliger en leerzamer omdat je de onnodige spanning van het ‘bekeken worden’ reduceert en meer mensen tegelijk kunt laten oefenen.
  6. Feedback is niet hetzelfde als kritiek. Feedback is een beschrijving van het gedrag + het effect + eventuele tips. Of dat ‘positief’ of ‘negatief’ is, laat ik aan de ontvanger over. Zorg dat alle feedback, dus ook de complimenten, zo concreet mogelijk gegeven worden. Bij voorkeur gebaseerd op de checklist met gedragsaanwijzingen. Feedback waarbij de deelnemer begint met ‘Je bent…’ onderbreek ik meestal meteen. Het gaat in een training in de eerste plaats om gedrag, niet om karakter.
  7. Geef je deelnemers een herkansing. Iemand die met een vracht kritiek de training verlaat, zal zich onzeker voelen. En wie zich onzeker voelt, gaat echt niet experimenteren met nieuw gedrag. Geef je deelnemers dus de gelegenheid om iets uit de feedback (één punt maar!) opnieuw toe te passen en help hen om de kans op succes zo groot mogelijk te maken. Dan gaan je deelnemers naar huis met een succeservaring en daardoor vergroot je de kans dat ze dit in de praktijk nog een keer gaan toepassen.
  8. Gebruik een goede acteur. Een goede acteur kan op verzoek het gedrag laten zien waarop geoefend moet worden en kan de interventies van de deelnemer meteen belonen door zijn of haar reactie daarop. Overigens kan dit ook de trainer zijn en ook een deelnemer, maar dan alleen met heel goede instructies. Ook de acteur moet met het hart bij de deelnemer blijven en niet zodanig opgaan in de eigen rol dat het eigenlijk niets meer uitmaakt wat de oefenende deelnemer nog doet.

Als jij met veilige en leerzame rollenspellen wilt werken in jouw trainingen, volg dan de training Rollenspellen ontwerpen en begeleiden.

Heb jij nog andere tips voor een goed rollenspel? Laat ze achter onder dit bericht, dan kunnen andere trainers ze ook lezen. Als je van plan bent één van deze tips toe te passen, laat het hier dan ook weten. Ik ben benieuwd naar het effect.

4 antwoorden
  1. Ida vd Lagemaat
    Ida vd Lagemaat zegt:

    Helder stuk, dank. Kleine aanvulling: Ik zou praten over een trainingsacteur of rollenspelacteur, ipv alleen ‘acteur’ te gebruiken. Trainingsacteurs zijn specifiek opgeleid om ten dienste van de deelnemer’s leerdoelen te spelen, en dat kan inderdaad het verschil maken hoe het bijdraagt aan het leren van diegene. Acteurs die zich hierin niet hebben bekwaamd kunnen helaas nog wel eens voor lastige oefensituaties zorgen. En hoe weet je of een acteur goed is? Leden van de Nederlandse Vereniging van Trainingsacteurs voldoen aan een beroepsprofiel dat voor en met trainers is gemaakt. Dat vergroot je kans met een “goede” (trainings-)acteur te gaan werken.

    Beantwoorden
  2. Angelo Hulshout
    Angelo Hulshout zegt:

    Mijn trainingen gaan over mijn eigen vakgebied – softwarearchitectuur. In dat vak kom je veel in aanraking met managers, klanten, eindgebruikers, systeembeheerders enz, die allemaal hun eigen eisen en wensen hebben, hun eigen agenda. In mijn trainingen gebruik ik vaak rollenspellen waarin ikzelf of een wat meer ervaren deelnemer in de rol van een van die personen kruip, om te laten zien hoe je daar in de praktijk mee om kunt gaan. Dat is over het algmeen heel effectief, maar het is inderdaad zaak om niet te diep in de rol te kruipen. Dank voor het heldere ovezicht, Arie.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *