Trainingen ontwerpen – hoe je dit leuker kunt maken
Het ontwerpen van trainingen vind ik soms saai.
Zit ik daar in m’n uppie naar een scherm te staren met een leeg trainingsplan. En als ik iets saais moet doen, dan is iedere afleiding welkom. Ineens moeten de plantjes water hebben, krijg ik zin om een inspiratiesnack te schrijven of neem ik alle tijd voor een onbelangrijke e-mail. Weer een uur voorbij…
Als je mij kent, verbaast dit je misschien. Arie Speksnijder is die opleider van trainers die altijd roept dat een goed ontwerp zo belangrijk is! Ja klopt. Het is ook belangrijk, maar toch niet altijd leuk. En vaak is de training pas over een paar weken, dus is er ook nog weinig urgentie.
Dit zijn de manieren waarop ik mijzelf help om dat ontwerpen van trainingen leuker te maken en het ook goed te doen.
- Trainingen ontwerpen doe ik bijna alleen maar in de ochtenduren. Dan kan ik geconcentreerd werken en ben ik het meest creatief.
- Ik pak de namenlijst van de training. Soms zoek ik foto’s van de deelnemers erbij of lees ik intakeformulieren. De deelnemers krijgen een gezicht. Ik raak gemotiveerd als ik echte mensen voor me zie voor wie ik mijn werk doe.
- Ik ontwerp in fasen. Ik stop als die fase voorbij is. De eerste fase is bijvoorbeeld dat de doelen helder zijn en dat er een heel globaal programma staat. Op een volgend moment werk ik het plan verder uit en in de derde fase doorloop ik het hele plan nog een keer. Ik speel het af in gedachten en ik maak eventuele werkbladen en een presentatie.
Sowieso wordt het ontwerpen van een training veel makkelijker als je vooraf goed onderzoek doet en duidelijke doelen ontwerpt. Daarna kun je makkelijker keuzes maken wat je wel en niet behandelt en kun je ook gemakkelijker werkvormen kiezen of ontwerpen die passen bij je doel.
In hoofdstuk 3 en 4 van De Trainingsachtbaan kun je lezen hoe je dat kunt doen.